1

Wie mij beter kent weet dat ik sinds jaar en dag geïntrigeerd ben door de veranderingen in het klimaat en de mogelijke impact ervan op het leven op aarde. Mijn eerste confrontatie dateert van 1972 toen de Club van Rome het rapport “The Limits To Growth” publiceerde. Toen al bleek dat de Mens boven zijn stand leefde en dat duurzaamheid het begrip van de toekomst zou worden.

Duurzaamheid is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden, mede door de huidige klimaatverandering, waarvan we nu stilaan de gevolgen beginnen te zien en te ondervinden.

Aangezien ik professioneel bezig ben met bewaring van erfgoed was het dan ook logisch dat ik mij meer en meer ging bezighouden met het analyseren en extrapoleren van de mogelijke repercussies op kunst en erfgoed.

Zo koos ik in 2006 als titel voor mijn thesis voor het behalen van mijn Master in Preventive Conservation aan Northumbria University in Newcastle (Engeland) : “Archives in a Changing World: An Exploration into Sustainable Building for Archives in Belgium in Response to Global Climate Change.”

Dit werk resulteerde in een uitnodiging van de organisatoren van de “Going Green” conference in the British Museum (Clore Education Centre) in 2009 tot het geven van een lezing met als titel: “New Challenges demand new solutions: The Integration of Sustainable Building and Functioning of Archives as a possible response to Climate Change.”.

Hetzelfde jaar volgde een artikel in het tijdschrift Faro:”Klimaatverandering en duurzaamheid. Sleutelwoorden voor een nieuw erfgoedbeleid.”

Sindsdien probeer ik klimaatverandering meer en meer op de culturele agenda te zetten door het geven van lezingen over de bedreigingen die ons cultureel erfgoed te wachten staan. Zo werd in de reeks lezingen Buitenbeentjes in Lokeren in 2012 de vraag gesteld: “Kan de Wereld ons Erfgoed redden?”

Screen Shot 2016-04-28 at 01.06.04

De laatste lezing was in 2015 op het congres van “Art meets Security 2015” met als onderwerp: “Climate Change: a Global Threat to Art and Cultural Heritage”.

Ook mijn studenten in de opleidingen Behoudsmedewerker Erfgoed, Archiefkunde en in de Master Erfgoed- en Hedendaags Documentbeheer aan de VUB worden elk jaar bewust gemaakt van de groeiende problematiek.

Toch blijkt er in Vlaanderen en bij uitbreiding België nog weinig bewustzijn te zijn omtrent de impact die klimaatverandering op ons erfgoed zal hebben. Jammer want de tijd begint te dringen en de toekomstige beleidsplannen zullen er meer en meer rekening moeten mee houden.

Klimaatverandering zal zowel macroscopisch als microscopisch een grote invloed hebben op het voortbestaan van erfgoed. Macroscopisch worden hele sites bedreigd gaande van natuurlijke sites zoals het Groot Barrière Rif in Australië of het Kilimanjaro National Park in Tanzanië, tot gekende archeologische sites zoals de site van Chan Chan en het Machu Picchu complex in Peru.

De dreiging beperkt zich echter niet alleen tot deze sites. Honderden steden over heel de wereld worden bedreigd. Twee derde van alle steden met meer dan 5 miljoen inwoners zijn minder dan 100 km van de kust verwijderd. Bijna 650 miljoen mensen wonen op land dat minder dan 10 meter boven de zeespiegel ligt. In Europa liggen ook Vlaanderen en vooral Nederland in de gevarenzone.

Het is ook in de steden dat we de grootste concentratie aan cultureel erfgoed terugvinden. Het is dan ook een zekerheid dat wereldwijd cultureel erfgoed wordt bedreigd.

Internationaal werd de alarmbel reeds geluid door onder andere UNESCO, ICOMOS en ICCROM. UNESCO publiceerde reeds in 2007 een publicatie met als titel:”Case Studies on Climate Change and World Heritage.” Hierin werden onder andere Londen, Venetië, het historisch centrum van Praag en Timbuktu in Mali bedreigd genoemd. In Londen gaat het onder andere over de hele site van Westminster, het National Greenwich Museum en de Tower. Venetië is praktisch over de hele lijn bedreigd, vooral omdat niet alleen de zeespiegel stijgt, maar de stad ook wegzakt.

Screen Shot 2016-04-28 at 01.25.42

Wat betreft Nederland is de toestand veeleer dramatisch (zie kaart). Zowat één derde van het land ligt onder de zeespiegel of onder het waterniveau van de grootste rivieren . Nederland wordt beschermd door duinen, dijken en de Deltawerken waterkering, maar toch kan niemand garanderen dat de klimaatverandering hier op termijn geen verandering in brengt. En dan vallen niet alleen menselijke slachtoffers, maar ook veel cultureel erfgoed gaat dan verloren.

Vlaanderen ligt hoger dan Nederland, maar toch nog heel laag. Grote stukken van West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen liggen minder dan 30 meter boven de zeespiegel. Dit lijkt veel, maar niet alleen de hoogte van de zeespiegel speelt hier een rol. Stormvloeden in combinatie met hoog water en zware regenval kunnen eveneens voor ernstige wateroverlast zorgen die niet alleen burgers treft, maar ook heel wat erfgoedcollecties onherroepelijk kan aantasten en beschadigen. In de praktijk betekent dit dat de steden Brugge, Gent en Antwerpen alle drie in de gevarenzone zitten.

Screen Shot 2016-04-28 at 01.28.16

 

Alex Tingle, een bekende programmeur, bouwde een “Flood Map” gebaseerd op een grote hoeveelheid informatie verstrekt door Nasa. De kaart. is uiteraard niet correct omdat het heel wat parameters niet in rekening neemt, maar het geeft wel een idee van de kans op overstroming in het geval van een event. De kaart is interactief en kan ingesteld worden op verschillende hoogtes van stijging van de zeespiegel. Zo zien we dat bij een stijging van 2m Brugge en Antwerpen reeds in de problemen komen en bij een stijging tot 7m ook Gent en ongeveer één derde van Vlaanderen onder water komen te staan  Is deze voorstelling wel realistisch? Jammer genoeg moeten we ervan uitgaan dat dit scenario inderdaad realistisch is. De opname van CO2 door de oceanen veroorzaakt namelijk een stijging van de temperatuur van het zeewater. Hierdoor zet het volume water uit, ook al komt er geen druppel water bij van gletsjers of ijskappen. De zeespiegel stijgt hierdoor dus gradueel ook al duurt het enkele eeuwen voor de stijging maximaal is. Berekeningen tonen aan het fenomeen op termijn de zeespiegel 8m doet stijgen. Volgens Nasa is de zeespiegel tussen 1880 en 2013 in totaal 22,6 cm gestegen en als de geprojecteerde scenario’s werkelijkheid worden zal de zeespiegel 90 cm, mogelijks meer, stijgen tegen het einde van de 21ste eeuw.

NASA1

Een belangrijk aspect van de klimaatverandering is de verwachting dat het het weerpatroon veel grilliger wordt. Winters kunnen heel zacht worden of juist heel koud. Zomers kunnen heel warm worden of uitermate grillig. In elk geval zullen weerfenomenen heviger worden, met onvoorspelbare periodes van overvloedige regenval afgewisseld met periodes van grote droogte. Stormen kunnen zóveel regen produceren op korte termijn dat rivieren uit hun bedding kunnen treden. Droge periodes kunnen tot grondverschuivingen en -verzakkingen leiden, barsten en scheuren in muren, waardoor water later gemakkelijk kan binnen sijpelen. Voor erfgoeddepots is dit scenario een kwade droom.

Andere aspecten van klimaatverandering, zoals de stijging in temperatuur, verhogen de reactiesnelheid van chemische afbraakreacties in erfgoed, kunnen mede aanleiding geven tot een snellere schimmelontwikkeling en brengen andere soorten insekten in ons leefgebied.

Hoe vlug de klimaatverandering ons leefpatroon grondig zal veranderen staat nog niet vast. Zal het gradueel zijn of zal de verandering schoksgewijs verlopen? Hoe groot wordt de impact op de mens en hoe groot op zijn erfgoed. Indien de scenario’s die door het International Panel on Climate Change en Nasa naar voor worden geschoven, effectief bewaarheid worden zullen we geconfronteerd worden met de vraag in hoeverre we nog in staat zullen zijn om ons wereldwijd cultureel patrimonium te beschermen. Hoe moeten we dit aanpakken, zowel lokaal als internationaal? Zullen we een deel van ons patrimonium moeten opgeven om de belangrijkste sites en collecties te vrijwaren voor verlies? Waar kiezen we voor? Wie beslist hierover? Zullen we onze collecties wereldwijd moeten verspreiden om de risico’s van een volledig verlies te vermijden?

Het is dringend tijd dat we ook in Vlaanderen hier eens grondig over nadenken. Net zoals in de geneeskunde is preventief werken hier belangrijk. We hebben nog wat tijd maar we moeten die wel nuttig gebruiken. De kop in het zand steken is geen optie. Vroeg of laat valt het verdict. Aan ons om te beslissen of we hierin een inbreng willen hebben of niet.

Guy De Witte

Onze Sponsors

cami_nv_logo  truvue-weblogo

LOGO DE ZILVEREN PASSER

2

Net zoals voor “preventive conservation” heeft ICOM-CC een definitie opgesteld en goedgekeurd voor “remedial conservation”.

ICOM-CC definieert “remedial conservation” als volgt:

“all actions directly applied to an item or a group of items aimed at arresting current damaging processes or reinforcing their structure. These actions are only carried out when the items are in such fragile condition or deteriorating at such a rate, that they could be lost in a relatively short time. These actions sometimes modify the appearance of the items.”

Curatieve conservering wordt hier dus gedefinieerd als alle maatregelen die men treft aan een object of een groep objecten om schadelijke processen, die aan de gang zijn, te stoppen of om de structuur van deze objecten te verstevigen. Deze acties worden enkel uitgevoerd wanneer de objecten in zo’n kwetsbare toestand verkeren of zo vlug vervallen dat ze op korte termijn verloren kunnen gaan. Deze acties kunnen soms het uitzicht van objecten veranderen.

Als voorbeelden geeft ICOM-CC:

“Examples of remedial conservation are disinfestation of textiles, desalination of ceramics, de-acidification of paper, dehydration of archaeological materials, stabilization of corroded metals, consolidation of mural paintings, removing weeds from mosaics.”

Als voorbeelden van curatieve conservering worden de volgende behandelingen aangehaald: het behandelen van textiel tegen insecten, het ontzouten van keramiek, de ontzuring van papier, het drogen van archeologische materialen, het stabiliseren van gecorrodeerde metalen, het verstevigen van muurschilderingen, het verwijderen van onkruid op mozaieken. Deze lijst kan uiteraard verder aangevuld worden met talloze andere voorbeelden.

Wie kan aan curatieve conservering doen?

De verscheidenheid aan materialen en de complexiteit van de problemen die zich stellen vereisen een grondige kennis van materialen, processen van verval en interventietechnieken. Ofschoon er gemeenschappelijke elementen zijn vergt elk soort materiaal een specifieke aanpak. In de praktijk komt het er op neer dat curatieve conservering in de eerste plaats de taak is van conservator-restorers die een materiaalspecifieke opleiding genoten hebben.

In een aantal gevallen omvat de curatieve behandeling een aantal technische ingrepen waarbij niet-conservator-restorers kunnen assisteren. Dit is enkel en alleen mogelijk indien deze personen vooraf een grondige theoretische en praktische basisopleiding en omkadering hebben gekregen. Bovendien zullen deze personen enkel onder de directe begeleiding en toezicht mogen werken van een professioneel geschoolde conservator-restorer. De beslissing over welke behandelingen een object of een collectie mag of moet ondergaan zal steeds de bevoegdheid zijn van een conservator-restorer gespecialiseerd in de specifieke materie. De conservator-restorer blijft verantwoordelijk voor het uitstippelen van de behandeling, het uitgevoerde traject, de noodzakelijke omstandigheden, de toegepaste technieken en de gebruikte materialen.

Wat zijn de kosten voor curatieve conservering?

De kosten van curatieve conservering zullen afhankelijk zijn van diverse factoren waaronder: het aantal aangetaste objecten, de aard en de ernst van de aantasting, de benodigde infrastructuur, het feit of de behandeling wordt uitbesteed of in eigen beheer wordt uitgevoerd, de aard van de toegepaste technieken en gebruikte materialen.

Kan curatieve conservering in eigen beheer gebeuren?

Een instelling kan een curatieve conservering in eigen beheer uitvoeren wanneer aan de twee volgende eisen zijn voldaan: de uitvoering door een conservator-restorer en de aanwezigheid van de nodige infrastructuur.

Indien de instelling door omstandigheden niet over een conservator-restorer beschikt maar wel over de nodige infrastructuur kan ze een externe deskundige inhuren om de behandeling in eigen instelling te laten uitvoeren. Indien de instelling over een conservator-restorer beschikt maar niet over de infrastructuur, dan is het misschien mogelijk om deze in te huren voor de duur van de behandeling. Indien geen van beiden aanwezig zijn is men aangewezen op een externe partner en omgeving om de behandeling toe te passen.

Is het toepassen van een curatieve behandeling in eigen beheer een voordeel?

Het toepassen van de behandeling in eigen instelling heeft enkel een voordeel als aan beide bovengaande voorwaarden is voldaan. Het voordeel situeert zich in het feit dat men op elk ogenblik de controle behoudt over zijn collectie. Het betekent dat het object of de collectie niet moet vervoerd worden waardoor het risico van beschadiging door manipulatie en/of transport kleiner is. Ook het risico op vervreemding zou normaal gezien kleiner moeten zijn, alhoewel professionele conservator-restorers hier alle noodzakelijke maatregelen voor nemen.

Wat gebeurt er na de curatieve conservering?

Na de curatieve conservering volgt normaal gezien een aansluitende preventieve conservering. Deze is ook weer afhankelijk van diverse factoren: de huisvesting van het object of de collectie, de manier van bewaren, de aard van de objecten…

Als voorbeeld geven we het geval van een schimmelaantasting op meubelen ten gevolge van opstijgend vocht uit de grond. Deze oorzaak, die bouwkundig is, moet eerst worden aangepakt en verholpen vooraleer men er kan aan denken om het object of de collectie terug in deze ruimte te brengen. Indien zou blijken dat de toestand in de ruimte niet verbeterd is, ook na een ingreep, mogen de betrokken objecten niet meer terug op hun oude plaats gezet worden, maar zal men een nieuwe locatie moeten zoeken.

Het heeft geen zin om een behandeling te laten uitvoeren op een object of een collectie wanneer men deze, na behandeling, terug in identieke omstandigheden brengt waar het risico op een nieuwe aantasting voorspelbaar is.

Voorbeelden van curatieve conservering

Behandeling

Foto: behandeling papier (Guy De Witte)

CURCON paneel

Foto: ingreep op paneelschilderij (Bart Verbeke)

Naaien katern

Foto: vastzetten losse katern (Guy De Witte)

Schip

Foto: behandeld scheepswrak (Guy De Witte)

ONZE SPONSORS

cami_nv_logo   truvue-weblogo

LOGO DE ZILVEREN PASSER